Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word onbekend

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
obscure
; ;
🔗 De oorzaak van de brand is onbekend.
(donker; obscuur; duister)
obscure
obskura
(vertrouwd);
🔗 Dit alles is bekend.
obscurity
(onkunde)
ignorance

DutchEnglish
onbekend mystery; nameless; not known; obscure; recondite; strange; unacquainted; uncharted; undisclosed; undistinguished; unfamiliar; unknown
dat was mij onbekend it was unknown to me; I was not aware of the fact
ergens onbekend zijn be a stranger somewhere
onbekend maakt onbemind unknown, unloved
bekend familiar; famous; notable; noted; out; known; well‐known; notorious
onbekendheid ignorance; unacquaintedness; unacquaintance; obscurity; unfamiliarity