Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word onbeduidend

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(beuzelachtig; onbetekenend)
insignificant
;
trifling
;
🔗 Het is maar een onbeduidende kleinigheid.
(onbetekenend)
insignificant
;
trivial
;
sensignifa
(aanmerkelijk; aanzienlijk; flink);
significantly
;
substantially
konsiderinde
🔗 Met de landbouw ging het daarentegen beduidend slechter.

DutchEnglish
onbeduidend dim; exiguous; fiddling; footling; inconsiderable; insignificant; insignificantly; nondescript; paltry; petty; picayune; slight; tenuous; trifling; trivial; unmeaning
beduidend considerable
onbeduidendheid exiguity; insignificance; insignificancy; nothingness; paltriness; triviality