Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word natuurijs

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
natural ice
🔗 Het was vrijdag voor schaatsers voorlopig de laatste kans om op natuurijs te schaatsen.
🔗 Het leek wel of zijn hele lichaam in ijs zat.
(consumptie‐ijs; ijsco; ijsje);
🔗 Die beschouwen wij als een gegeven grootheid, een speling der natuur waarin berust moet worden.
(geaardheid; aard; karakter)
🔗 U hebt een gevoelige natuur.

DutchEnglish
natuurijs natural ice
ijs ice; icecream; icy
natuur composition; grain; nature; scenery; natural scenery; disposition; temper