Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word natuurhoorn

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(horen)
🔗 Battle pakte de telefoon en sprak in de hoorn.
(klaroen)
(toeter; horen)
🔗 Die beschouwen wij als een gegeven grootheid, een speling der natuur waarin berust moet worden.
(geaardheid; aard; karakter)
🔗 U hebt een gevoelige natuur.

DutchEnglish
natuurhoornnatural horn
hoorncusp; horn; mouthpiece; receiver; bugle
natuurcomposition; grain; nature; scenery; natural scenery; disposition; temper