Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word nagelbijten

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
corrode
(happen)
🔗 Als hij hierdoor gebeten werd, zou hij binnen enkele minuten dood zijn.
(spijker)
🔗 Met gekneusde handen en gescheurde nagels hielden ze ten slotte halt.

DutchEnglish
nagelbijten nail‐biting
bijten bite; sting; nip
nagel claw; nail; pin; clove
nagelbijter nail‐biter