Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word met de buit gaan strijken
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(aanwinst) | ||
🔗 Ingeborg deed een duit in het zakje door iedereen eraan te herinneren dat ze de buit nu met minder mensen hoefden te delen. | ||
(gevangenneming; vangst) | ; ; capture | |
(prooi; vangst) | ; capture | |
🔗 Ik heb de knappe Jodin als mijn persoonlijk aandeel in de buit gekozen. | ||
(verovering) | ||
(prooi) | ; capture | |
booty ; ; plunder ; | ||
🔗 En ik zal jullie niet alleen onzichtbaar maken maar ik zal ook zorgen dat jullie een mooie buit krijgen. | ||
🔗 Wie weet waar de dieven hun buit hebben heengebracht? | ||
🔗 De commodore streek nadenkend over zijn kin. | ||
(gladstrijken) | ||
(neerhalen) | lower | |
🔗 Glawen streek de zeilen. |
Dutch | English |
---|---|
met de buit gaan strijken | ⇆ carry off the prize |
buit | ⇆ booty; ⇆ capture; ⇆ catch; ⇆ grab; ⇆ haul; ⇆ loot; ⇆ plunder; ⇆ prey; ⇆ prize; ⇆ spoils; ⇆ swag |
strijken | ⇆ sweep; ⇆ bow; ⇆ chuck; ⇆ iron; ⇆ press; ⇆ strike; ⇆ stroke; ⇆ ironing; ⇆ skim; ⇆ smooth; ⇆ lower; ⇆ get out; ⇆ spread |