Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word meehelpen
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
🔗 Helpt u ook mee? | ||
(bijstaan) | ; ; ; attend to | |
🔗 Breng hem in de cabine en kom mij helpen! | ||
(bijstaan) | ; ; ; attend to ; avail | |
🔗 Help eens even. | ||
(bedienen; dienen; van dienst zijn) | ; | |
(baten; van nut zijn) | avail | |
🔗 Dat helpt niets. | ||
(bijstaan) | ||
🔗 Ik zal u helpen! | ||
🔗 Maar toen dat allemaal niet hielp, besloot men een dokter te ontbieden. |
Dutch | English |
---|---|
meehelpen | assist; bear a hand |
helpen | accommodate; aid; assist; attend; be of assistance to; be of help; befriend; contribute; cope with; doctor; extricate; help; profit; relieve; succour; second; serve; avail; be of avail; be of use; attend to |