Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word luchtig
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
aeruma | ||
(luchthartig) | ||
(iel; los) | loose ; sandy | |
(dun; mager; schraal) | ||
malserioze | ||
🔗 Daar wordt nog weleens luchtig over gedaan. | ||
(lichtzinnig) | airy‐fairy ; | malserioza |
🔗 Maar de monnik, mogelijk bevreesd door een al te luchtig antwoord de vorst opnieuw te kwetsen, boog diep en trok zich terug. | ||
(geur; reuk) | ; | |
🔗 In het woud hing een lucht van brandend hout. | ||
(hemel) | ||
🔗 Er dreven grijze wolken hoog in de lucht. | ||
🔗 Het is bekend dat de lucht om ons heen een grote druk uitoefent. | ||
🔗 Geen zeevogel zweefde in de lucht, geen insect kroop er door het gras. | ||
🔗 De lucht was koud. | ||
(lichtzinnigheid) | levity | |
🔗 Hij lachte, met voorgewende luchtigheid. |
Dutch | English |
---|---|
luchtig | ⇆ airily; ⇆ airy; ⇆ airy‐fairy; ⇆ breezy; ⇆ casual; ⇆ chaffy; ⇆ ethearal; ⇆ ethereally; ⇆ feathery; ⇆ flimsily; ⇆ flimsy; ⇆ fluffy; ⇆ frothy; ⇆ gaily; ⇆ gay; ⇆ light; ⇆ lighthearted; ⇆ lightly; ⇆ lightminded; ⇆ thin |
iets luchtig opvatten | ⇆ treat something lightly; ⇆ make light of something |
lucht | ⇆ smell; ⇆ air; ⇆ blue; ⇆ sky; ⇆ wind; ⇆ scent |
luchtigheid | ⇆ airiness; ⇆ lightness; ⇆ levity |