Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word lakenfabrikant

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(vervaardiger)
maker
;
manufacturer
🔗 Ze was de dochter van de een of andere fabrikant uit Yorkshire.
(afkeuren; berispen; gispen; wraken)
🔗 Met bevende vingers knoopte hij enige lakens aan elkaar en liet zich met grote snelheid uit het raam zakken.

DutchEnglish
lakenfabrikant clothier; cloth manufacturer
fabrikant maker; manufacturer; factory owner; mill‐owner
laken blame; deprecate; dispraise; sheet; censure; cloth