Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word kleurenpracht

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Hebt ge de kleur van de zon al gezien?
(blos)
magnificence
(heerlijkheid; glans; schittering)
gloss
;
sheen
; ;
glow
;
radiance
; ;
(luister; praal; staatsie)
pomp
;
splendour
;
grandeur
(weelde)
luxury
;
opulence

DutchEnglish
kleurenpracht blaze of colour; blaze of colours; brilliant colouring; rich colouring
kleur blush; colouration; colour; colouring; dye; hue; pigment; tincture; tinge; suit; complexion
pracht gorgeousness; grandeur; magnificence; pageant; splendour; wealth; pomp