Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word kernsplitsing

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
kern (essentie; wezen)	gist ; crux	esenco
🔗 Dat is nu juist de kern van het hele mysterie, al kan ik wel zeggen dat de oplossing van dit deel van het raadsel mij betrekkelijk weinig moeite heeft gekost.
kern	nucleus	nukleo
🔗 In de kern van het heliumatoom bevinden zich dus 2 protonen.
splitsing	bifurcation	disforkiĝo
splitsing	split	fendiĝo

Dutch	English
kernsplitsing	⇆ nuclear fission
kern	⇆ bone; ⇆ centre; ⇆ core; ⇆ gist; ⇆ grain; ⇆ hardcore; ⇆ hardpan; ⇆ heart; ⇆ heartland; ⇆ kernel; ⇆ nub; ⇆ nucleus; ⇆ pith; ⇆ substance; ⇆ sum; ⇆ sum and substance; ⇆ crux
splitsing	⇆ bifurcation; ⇆ break‐up; ⇆ dichotomy; ⇆ disunion; ⇆ fission; ⇆ parting; ⇆ splice; ⇆ split; ⇆ splitting; ⇆ splitting up; ⇆ fork; ⇆ junction; ⇆ disintegration; ⇆ splicing