Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word kernenergie

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
atomic energy
(arbeidsvermogen; daadkracht)
🔗 Onze energie krijgen we van de zon.
(essentie; wezen);
🔗 Dat is nu juist de kern van het hele mysterie, al kan ik wel zeggen dat de oplossing van dit deel van het raadsel mij betrekkelijk weinig moeite heeft gekost.
nucleus
🔗 In de kern van het heliumatoom bevinden zich dus 2 protonen.
(atoomcentrale; kerncentrale)
🔗 De krachtcentrales, zowel de conventionele als de kernenergiecentrales, zijn de laatste tien jaar steeds complexer geworden.

DutchEnglish
kernenergie nuclear energy; nuclear power
energie drive; energy; get‐up‐and‐go; hustle; power; push; vigour; vim
kern bone; centre; core; gist; grain; hardcore; hardpan; heart; heartland; kernel; nub; nucleus; pith; substance; sum; sum and substance; crux
kernenergiecentrale nuclear power‐station