Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word kantoorklerk

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(bureau)
🔗 Hij vraagt of je op zijn kantoor wil komen.
(bureau; bureel);
🔗 Jij wil van kantoor af en ik wil van de eenzaamheid af.
(commies; schrijver);
🔗 Zijn naam kwam niet voor op een van de lijsten die de klerken hadden aangelegd.

DutchEnglish
kantoorklerk clerk; office clerk
kantoor bureau; chamber; counting‐house; office; place
klerk clerk; scribe