Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word in de pan hakken
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(houwen; kappen) | ; ; hack ; hew | |
🔗 Toen hakte hij er de zijtakken af en hakte de stam in korte stukken. | ||
(kookpan) | cooking‐pot | |
🔗 Met een verveeld gebaar nam hij een pan van het vuur en wierp de inhoud het venster uit. | ||
(dakpan) |
Dutch | English |
---|---|
in de pan hakken | ⇆ cut to pieces; ⇆ cut up; ⇆ massacre; ⇆ scupper; ⇆ slaughter; ⇆ wipe out |
hakken | ⇆ chop; ⇆ cut; ⇆ cut up; ⇆ hack; ⇆ hash; ⇆ hash up; ⇆ hew; ⇆ nag; ⇆ slash; ⇆ mince |
pan | ⇆ casserole; ⇆ pan; ⇆ tile; ⇆ row |