Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word hoofdzakelijk
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(in hoofdzaak; vooral; voornamelijk) | ; ; | |
🔗 Ze leefden nog hoofdzakelijk van de jacht, maar de zuidelijke stammen hadden al enkele eeuwen veeteelt bedreven. | ||
quintessence | ||
; staple | ||
🔗 Maar het meubel stond nu waar het staan moest en dat was de hoofdzaak, zoals heer Bommel tot zichzelf zei. |
Dutch | English |
---|---|
hoofdzakelijk | ⇆ chiefly; ⇆ for the most part; ⇆ mainly; ⇆ principally |
hoofdzaak | ⇆ essential; ⇆ substance; ⇆ main point; ⇆ main thing |