Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word helderheid

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
brightness
(duidelijkheid; klaarheid);
lucidity
(zindelijkheid; zuiverheid)
cleanness
(hel; licht); ;
🔗 Nu werd het licht van de maan wat helderder.
(duidelijk)
distinctly
🔗 Niet dat hij helder kon denken, want zijn hoofd begon pijn te doen.
(klaar; duidelijk);
distinct
;
lucid
;
🔗 Het was een heldere ochtend.
lucid
lucida
(licht; lichtend);
🔗 In de haard brandde een helder vuur en er stonden een paar lage, gemakkelijke stoelen voor.
(sereen)
serene
;
🔗 Het was een heldere dag.
(duidelijk)
(duidelijk);
🔗 Mijn opdracht was niet helder genoeg, vrees ik.

DutchEnglish
helderheid brightness; clarity; cleanness; clearness; limpidity; lucidity; pellucidity; perspicuity; serenity; translucence; translucency
helder articulate; bright; clean‐cut; clear; distinct; distinctly; light; lightsome; limpid; lucid; luminous; pellucid; perspicuous; translucent; vivid; serene; sonorous; vibrant; transparent; unclouded