Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word hek

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(afsluiting; heining);
fence
🔗 Die hekken moeten jullie er ook maar uithalen.
(afrastering; rooster; traliehek)
grating
;
grid
;
grille
;
grating
;
lattice
; ;
🔗 Ten slotte werd hij in een grote donkere cel gestopt, een zwaar ijzeren hek werd dichtgedaan en daar zat hij nu.
gate
🔗 De bewaker had het hek gesloten en kwam naar hen toe lopen.
gate
crush barrier
;
banisters
;
parapet
;
railing
hash
(traliewerk)
railing
roodscreen
;
roodloft
traliehek
(hek; rooster)
grating
;
grid
;
grille
;
grating
;
lattice
; ;

DutchEnglish
hek barrier; fence; gate; hurdle; paling; rail; railing; railings; screen; stern
het hek is van de dam it is Liberty Hall
doophek baptistery screen
draaihek turnstile
dranghek crush‐barrier
hekje hash; wicket; wicket gate
hekkesluiter last comer
hekwerk railing; railings; trellis‐work
klaphek swing‐gate
koorhek altar‐rails; screen; choir‐screen
tolhek turnpike; toll‐gate
traliehek grill; railings
tuinhek garden gate; garden fence
valhek herse; portcullis