Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word half
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(half en half) | ||
🔗 Ik was al half van mijn stoel opgestaan. | ||
🔗 Ditkeer bleef hij bijna een half uur weg. | ||
(half) | ||
🔗 Hij had half en half gehoopt dat de kapitein het verbieden zou omdat hij het te gevaarlijk vond. | ||
one and a half | unu kaj duono | |
one and a half | unu kaj duona | |
🔗 Ik zat er ongeveer anderhalve minuut naast. | ||
(spook) | lemur | |
🔗 De verdachte van de moord op Gim Jeongnam, de halfbroer van de Noordkoreaanse leider Gim Jeong‐eun, is op vrije voeten gesteld. | ||
semicircular | ||
(halfduister) | ; twilight ; evening twilight | |
🔗 Toen ik weer bijkwam, lag ik in het halfdonker op dikke dekens. | ||
🔗 Ook Byzant nam afscheid van Rhialto, die in een halfdonkere nis opzij van de zaal ging zitten. | ||
(halfdonker) | ; twilight ; evening twilight | |
🔗 Zelfs in het halfduister van de kerker, met zijn armen en benen overladen met kettingen was de primitieve kracht van de man bijna tastbaar. | ||
(Aziatische wilde ezel; onager; paardezel) | kulan ; dziggetai | |
semiconductor | ||
🔗 Bij halfgeleiders wordt de geleiding beter naarmate de temperatuur hoger is, bij geleiders daarentegen neemt dan de geleiding af. | ||
daemon | ||
half‐hearted | ||
(semester) | semester ; half‐year | |
🔗 Hoeveel mensen zijn er dan het afgelopen halfjaar gearriveerd? | ||
(zesmaandelijks) | half‐yearly | |
half‐yearly ; biannual | ||
ray | ||
(assonantie) | assonance | |
imperfect rhyme | ||
(hemisfeer) | ||
🔗 Pinguïns komen, zoals men weet, alleen op het zuidelijk halfrond voor. | ||
faltering ; hesitant ; shaky | ŝanceliĝa | |
half‐back | ||
(halveringsperiode; halveringstijd) | half‐life | duoniĝa tempo |
🔗 Het cesiumisotoop dat de radioactiviteit in de bossen van Thüringen veroorzaakt, heeft een halfwaardetijd van 30 jaar. | ||
(halverwege) | halfway | |
(halfzus) | half‐sister | |
🔗 Koesterde die van haar kant een wrok tegen haar halfzuster? | ||
halve | ||
🔗 Halveer de krieltjes. | ||
halve | duoniĝi | |
🔗 Door de groei van de landbouw en veeteelt is die oppervlakte inmiddels gehalveerd. |
Dutch | English |
---|---|
half | ⇆ half; ⇆ mid‐ |
beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald | ⇆ he who stops halfway is only half in error |
er half en half over denken om | ⇆ have half a mind to |
half en half | ⇆ half |
iets maar half verstaan | ⇆ understand only half of something |
niet half zo | ⇆ not half so |
tot half … | ⇆ until the middle of … |
anderhalf | ⇆ one and a half |
halfaap | ⇆ half‐ape |
halfbloed | ⇆ half‐blood; ⇆ half‐bred; ⇆ half‐breed; ⇆ half‐caste |
halfbroer | ⇆ half‐brother |
halfdek | ⇆ quarter‐deck |
halfdonker | ⇆ semi‐darkness |
halfdood | ⇆ half‐dead |
halfduister | ⇆ semi‐darkness |
halfezel | ⇆ Asian wild ass; ⇆ half‐ass; ⇆ onager |
halffabricaat | ⇆ semi‐manufactured article; ⇆ semi‐finished article |
halfgaar | ⇆ dotty; ⇆ dough‐baked; ⇆ flighty; ⇆ half‐done; ⇆ half‐baked |
halfgeleider | ⇆ semiconductor |
halfgod | ⇆ demigod |
halfhartig | ⇆ half‐hearted; ⇆ half‐heartedly |
halfheid | ⇆ half‐heartedness; ⇆ irresolution |
halfjaarlijks | ⇆ biannual; ⇆ half‐yearly; ⇆ every six months |
halfje | ⇆ half a glass; ⇆ half‐cent |
halfklinker | ⇆ semivowel |
halflijn | ⇆ ray; ⇆ half‐line |
halflinnen | ⇆ half cloth |
halfluid | ⇆ in an undertone; ⇆ under one’s breath |
halfmaandelijks | ⇆ fortnightly; ⇆ every fortnight |
halfproduct | ⇆ half product |
halfrijp | ⇆ under‐ripe |
halfrond | ⇆ hemisphere; ⇆ hemispheric; ⇆ hemispherical; ⇆ semicircular; ⇆ half‐round |
halfschaduw | ⇆ penumbra |
halfslachtig | ⇆ half‐hearted; ⇆ amphibious |
halfsleets | ⇆ part‐worn; ⇆ half‐worn |
halfspeler | ⇆ half‐back |
halfstok | ⇆ at half‐mast; ⇆ half‐mast high |
halfvasten | ⇆ mid‐Lent |
halfvolwassen | ⇆ half‐grown |
halfwaardetijd | ⇆ half‐life |
halfwas | ⇆ apprentice |
halfweg | ⇆ halfway; ⇆ in midstream |
halfzacht | ⇆ milk‐and‐water; ⇆ medium‐boiled; ⇆ half‐baked; ⇆ dotty |
halfzuster | ⇆ half‐blood; ⇆ half‐sister |
halvemaan | ⇆ crescent; ⇆ half‐moon |
halveren | ⇆ bisect; ⇆ halve |
halverhoogte | ⇆ halfway up |