Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word haartje

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Het was voor de andere kooplieden om zich de haren uit het hoofd te trekken.
tuft of hair
;
villus
(heur)
🔗 Haar gezicht stond ernstig.
🔗 Uw haar is nu heel kort.
(haren)
🔗 Haar haren waren dof en vuil geworden en lagen verward over haar gezicht en schouders.
(hun)

DutchEnglish
haartje hair
het scheelde maar een haartje it was a touch‐and‐go; it was a near thing; it was a near miss; it was touch and go
haar hair; her; its; nap; their