Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word geweer

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
;
rifle
🔗 Met onze geweren konden wij elk soort verraad de baas.
(bazooka)
antitank gun
;
bazooka
🔗 Het was weliswaar mogelijk een antitankgeweer aan te brengen, maar dat ging ten koste van de radio‐installatie.
🔗 De twee 20‐jarige mannen gebruikten een luchtdrukgeweer om in totaal 21argeloze passanten te verwonden.
🔗 Hoe komen we aan een machinegeweer?

DutchEnglish
geweer gun; musket; rifle
in het geweer komen turn out; stand to; be up in arms
in het geweer komen tegen be up in arms against
met het geweer in de aanslag with one’s rifle at the ready
dubbelloopsgeweer double‐barrelled gun
geweerfabriek small‐arms factory
geweerkogel bullet; rifle bullet
geweerkolf butt; butt‐end; gun‐stock; rifle butt
geweerlade stock
geweerloop gun‐barrel; barrel
geweermaker gunsmith; gunmaker
geweerrek arm‐rack
geweerriem rifle‐sling
geweerschot gunshot; rifle‐shot
geweervuur fusillade; gun‐fire; musketry; rifle‐fire
jachtgeweer shotgun; sporting‐gun
machinegeweer machine‐gun
repeteergeweer repeater; repeating rifle
schietgeweer gun; firearm; shooter