Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word geslinger

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
meandri
(oscilleren; schommelen)
oscili
(heen en weer slingeren);
oscillate
pendoli
(rollen; wentelen)
ruliĝadi
🔗 De zee was onstuimig en de mailboot slingerde geweldig.
(kronkelen; zich kronkelen);
🔗 Het pad slingert door een halfopen bos met hoogopgaande Douglassparren.
(swingen; zwaaien)
(zwaaien)
sway
; ;
(smijten; lazeren)

DutchEnglish
geslinger roll
slingeren sling; catapult; dangle; fulminate; hurl; hurtle; launch; oscillate; project; projection; roll; sway; swing; toss; twist; lurch; reel; wind; lie about; fling