Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word geneesmiddel
| Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
|---|---|---|
| (artsenij) | ; ; | |
🔗 Die Tom Poes is met een geneesmiddel aangekomen! | ||
saniĝi | ||
🔗 Een god bezocht hem in zijn dromen en beloofde hem dat hij zou genezen als hij een fontein zou bouwen op de weg die van het westen naar Shadizar leidde, zodat reizigers zich konden opfrissen en hun dorst konden lessen voor ze de stad betraden. | ||
| (beter worden; helen; herstellen) | ; | |
🔗 Als u zelf maar wilt, kunt u gemakkelijk genezen! | ||
| ; ; | sanigi | |
🔗 Het is bijna zeker dat u zult worden genezen. | ||
| ; ; | ||
| (medium; remedie) | ; ; expedient ; | |
🔗 Hier helpt maar één middel. | ||
| (leest; taille) | ||
🔗 Reith legde zijn armen rond haar middel. | ||
| Dutch | English |
|---|---|
| geneesmiddel | ⇆ curative; ⇆ cure; ⇆ drug; ⇆ medicament; ⇆ medication; ⇆ medicine; ⇆ physic; ⇆ remedy |
| genezen | ⇆ cure; ⇆ heal; ⇆ recover; ⇆ remedy; ⇆ restore to health; ⇆ get well again |
| middel | ⇆ agency; ⇆ agent; ⇆ appliance; ⇆ contrivance; ⇆ device; ⇆ engine; ⇆ expedient; ⇆ means; ⇆ medium; ⇆ middle; ⇆ remedy; ⇆ vehicle; ⇆ waist |