Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word geneesheer

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(arts; dokter);
🔗 Ik zal een geneesheer ontbieden.
saniĝi
🔗 Een god bezocht hem in zijn dromen en beloofde hem dat hij zou genezen als hij een fontein zou bouwen op de weg die van het westen naar Shadizar leidde, zodat reizigers zich konden opfrissen en hun dorst konden lessen voor ze de stad betraden.
(beter worden; helen; herstellen);
🔗 Als u zelf maar wilt, kunt u gemakkelijk genezen!
; ;
sanigi
🔗 Het is bijna zeker dat u zult worden genezen.
(meester; patroon);
🔗 Zeg heer Cizante dat ik belangrijke inlichtingen breng.
(gentleman)
🔗 Laten we dit regelen als heren onder elkander.
🔗 Heer, ik ken u niet.
(koning)
(heerschap; meneer);
gent
;
🔗 Heren, het eten is opgediend.
(troepenmacht; leger);
🔗 Het is niet bezet door een heer van krijgslieden, doch slechts door één man, voor zover wij kunnen nagaan.

DutchEnglish
geneesheer doctor; medical man; physician
consulterend geneesheer consulting physician
genezen cure; heal; recover; remedy; restore to health; get well again
heer army; gent; gentleman; king; laird; liege; lord; master; sovereign; Mr.; host