Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word etensbord

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(bord)
🔗 Het gebeurde op de vierde avond terwijl hij naar zijn etensbord zat te staren.
(uithangbord);
signboard
🔗 Boven de ingang van het huis hing een bord dat piepend zwaaide in de wind.
(schoolbord)
blackboard
nigra tabulo
🔗 Hij schonk het bord vol en richtte zich toen weer op.
(spijs)
(bikken; nuttigen; vreten);
🔗 Dat zal ik doen zodra ik iets heb gegeten.
(maaltijd)
🔗 Ze eten geen vlees maar wat is kip dan?
🔗 Morgen eten we bij mijn jongste zoon.

DutchEnglish
bord blackboard; board; dinner‐plate; plate; sign; signboard; soup‐plate; trencher
eten bite; chow; dine; dinner; eat; eating; feed; food; manducate; manducation; meat; nosh; have dinner