Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word ervaring

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(belevenis; ondervinding)
experience
🔗 Ongetwijfeld zijn uw ervaringen in havenkroegen belangwekkend.
(ervarenheid)
experience
🔗 Hij heeft absoluut geen ervaring in het zich oriënteren in de natuur.
🔗 Mijn ervaring gaat niet verder dan Urmank.
(bij ervaring; bij ondervinding);
🔗 Uit ervaring weten we dat de beste ananas uit Panama komt.
(beleven; doormaken; meemaken; ondervinden)
🔗 Nu wilden de kinderen dit ook ervaren en mensen ontmoeten die hem hebben gekend.
(deskundig; geoefend)
experienced
; ;
conversant
;
skilled
🔗 De ervaren piloot uit Zutphen was de enige inzittende van het toestel.

DutchEnglish
ervaringexperience
uit eigen ervaringfrom one’s own experience
uit ervaringby experience; from experience
ervarenadept; conversant; experience; experienced; fully fledged; know; practised; versed; veteran; perceive; learn; expert; skilled
ervaringsdeskundigeexpert by personal experience
ervaringswereldworld of one’s experience
ervaringswetenschapempirical science
levenservaringexperience of life
werkervaringwork experience