Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word eisen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(opeisen; vergen; verlangen; vorderen); ; ;
exact
🔗 Ik eis inspraak!
(vordering);
🔗 Het voldoet aan alle eisen.
(eisen; vorderen)
(opvorderen; opvragen)
reclaim
repostuli
🔗 „Ja,” zei Waldemar Fitzurse, „deze ridder zal kasteel en landgoed wel opeisen, dat hem door Richard is toegewezen en dat naderhand door de edelmoedigheid van uwe hoogheid aan Front‐de‐Boeuf werd gegeven.”
spoedeisend
(dringend; urgent)
(terugvorderen)
reclaim
repostuli
🔗 Daarna eiste hij zijn geld terug.
require
🔗 Dat vereist veel oefening.

DutchEnglish
eisen ask; challenge; claim; demand; exact; require
eis claim; demand; exigence; exigency; petition; reclamation; requirement; requisition
eiser claimant; complainant; demandant; demander; petitioner; plaintiff; prosecutor; reclaimant
opeisen claim; claiming; summon to surrender
spoedeisend urgent; emergency
terugeisen redemand; revendicate; reclaim; demand back
vereisen call for; demand; need; require