Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word eis

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(vordering);
🔗 Het voldoet aan alle eisen.
(opeisen; vergen; verlangen; vorderen); ; ;
exact
🔗 Ik eis inspraak!
tegeneis
counterclaim

DutchEnglish
eis claim; demand; exigence; exigency; petition; reclamation; requirement; requisition
aan de gestelde eisen voldoen come up to the requirements; meet the requirements
de gestelde eisen the requirements
een eis instellen institute proceedings
een eis inwilligen meet a claim
een eis tot schadevergoeding indienen sue for damages
eis in reconventie counterclaim
eis tot schadevergoeding claim for damages
hogere eisen stellen make higher demands
hogere eisen stellen aan make higher demands on
iemand de eis toewijzen give judgement in somebody’s favour
iemands eis afwijzen find against somebody
naar de eis in due form; as required; properly
eisen ask; challenge; claim; demand; exact; require
looneis wage demand; wages demand; wage claim; pay claim
tegeneis counterclaim