Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word einddoel

Dutch	English (translated indirectly)	Esperanto
doel (bestemming; doeleinde; doelstelling; oogmerk)	aim ; goal ; purpose ; target ; butt ; end ; objective ; destination ; object	celo
🔗 Het doel is om uiteindelijk een wolf te fotograferen.
doel (goal)	goal	golejo
doel (bedoeling; plan; toeleg)	intention ; plan ; intent	intenco
🔗 Zijn doel is aan de macht blijven.
doel (doelwit)	goal ; target	celo
🔗 Toen kwam Kaa, recht op zijn doel af, vlug en begerig om te doden.
doel	objective	celo
🔗 Over vijf minuten gaan wij dit doel onder vuur nemen.
eind (afstand; end; eindweegs)	distance	distanco
🔗 We waren al een heel eind gevorderd.
eind (beëindiging; besluit; einde; end; afsluiting)	end ; ending ; conclusion ; termination	fino
eind (afloop; einde; eindigen; end; slot)	end ; termination ; conclusion ; ending	finiĝo

Dutch	English
einddoel	final goal; final purpose; ultimate object
doel	aim; bourn; butt; design; end; goal; mark; object; objective; purpose; target; destination; turn
eind	close; distance; end; length; way; stretch; ending; termination; conclusion; extremity; piece; bit; part of the way