Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word dwaling

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(abuis; fout; vergissing)
error
;
digression
;
straying
;
wandering from the point
wandering from the point
(afdwalen; verdwalen)
go astray
;
stray off
; ;
lose one’s way
(zich vergissen; de fout in gaan)
🔗 Ik dwaalde in deze, maar nu zijn we er echt bijna.
(dolen; ronddolen; ronddwalen; rondzwerven; zwerven); ;
stray
;
🔗 Maar de gehele nacht droomde hij van zijn eigen huis en dwaalde in zijn slaap door al zijn kamers op zoek naar iets waarvan hij zich niet kon herinneren hoe het eruit zag.

DutchEnglish
dwaling aberration; delusion; error; mistake; wandering
afdwaling aberrance; aberration; digression; divagation; excursion; lapse; straying; wandering from the point; swerve; wandering
dwalen err; ramble; straggle; stray; rove; roam; wander
rechtsdwaling error in law; miscarriage