Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word duivelskind
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(boze geest; demon) | ||
🔗 Het werd dag en de duivels wiekten heen. | ||
(drommel) | ; | |
🔗 Door zijn voorbeeld aangespoord vochten de overgebleven krijgers als duivels. | ||
; infant ; | ||
🔗 Heb ik je als kind te veel geslagen? | ||
(koter) | ||
🔗 Het huis en het omvangrijke fortuin dat mijn vader nagelaten moest hebben, waren mijn erfdeel, want ik was enig kind, net als hij. |
Dutch | English |
---|---|
duivelskind | ⇆ child of Satan; ⇆ imp; ⇆ limb of the devil |
duivel | ⇆ bogey; ⇆ demon; ⇆ deuce; ⇆ devil; ⇆ fiend; ⇆ gin |
kind | ⇆ baby; ⇆ bairn; ⇆ chick; ⇆ child; ⇆ infant; ⇆ kid; ⇆ babe; ⇆ little one |