Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word beredderen

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(redderen; regelen; schikken);
put in order
🔗 Ik heb hier genoeg te beredderen.
(beredderen; opruimen; regelen; ruimen; schikken);
put in order
🔗 Ze betrad haar woning en begon te redderen.

DutchEnglish
beredderen arrange; put in order
redderen put in order; arrange; clear; do