Dutch–English dictionary
English translation of the Dutch word bekoorlijkheid
Dutch | English (translated indirectly) | Esperanto |
---|---|---|
(bekoring; charme) | ||
(charme) | ||
🔗 Ook ik acht haar een persoon van grote bekoorlijkheid. | ||
pleasing ; nice ; pleasant ; | plaĉa | |
🔗 De kust van Cornwall is volgens mij minstens even bekoorlijk als die van het zuiden van Frankrijk. | ||
(charmant; innemend) | ; winsome | |
🔗 Mag ik bij u en uw bekoorlijke dame komen zitten? |
Dutch | English |
---|---|
bekoorlijkheid | ⇆ charm; ⇆ enchantment |
bekoorlijk | ⇆ beguiling; ⇆ charming; ⇆ winsome; ⇆ enchanting |