Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word agentschap

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(bureau)
🔗 En lieden die een buitenwereldse reis willen boeken, maken doorgaans van deze twee agentschappen gebruik.
🔗 Honderden agenten zochten in mijn opdracht het hele Verre Oosten af en ten slotte kwam het boek tevoorschijn.
(diender; politieagent; politieman; smeris)
policeman
; ;
🔗 „Leven jullie nog?” riep een van de agenten.
(agentschap; bureau)
(persbureau; persagentschap)
news agency
(nieuwsagentschap; persbureau)
news agency
🔗 Een rechtbank in het Siberische Irkutsk achtte de 54‐jarige Mihail Popkov schuldig aan de moord op 56 vrouwen tussen 1992 en 2007, meldt het Russische persagentschap Interfax maandag.

DutchEnglish
agentschap agency; branch; branch office
agent agent; canvasser; factor; intermediary; officer; representative; policeman; constable; cop
nieuwsagentschap news agency
persagentschap news agency
postagentschap postal agency; sub‐post office