Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word afschuiven

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(glibberen; glijden; glippen);
ŝoviĝi
🔗 Weer schoof ik iets opzij.
shove
;
🔗 Vervolgens schoven ze hun boot de zee in.

DutchEnglish
afschuiven abdicate; move away; push off; shell out; slide down; slip down; slip off
de schuld van zich afschuiven shift the blame to somebody else
de verantwoordelijkheid op een ander afschuiven shift responsibility to another; pass the buck
het op iemand afschuiven shunt it onto somebody
schuiven draw; edge; push; shell out; shift; shove; shuffle; slide; slip