Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word aangrijpend

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(ontroerend; roerend)
moving
;
touching
(aanpakken; aanvallen; attaqueren)
🔗 Wanneer ik je eenmaal aangrijp, is het pleit al beslecht.
(bemachtigen; grijpen; te pakken krijgen; vastgrijpen)
grasp
; ;
🔗 Hij heeft de kans aangegrepen om deze invloed te bestrijden.
(ontroeren); ;
🔗 Wat mij vanmorgen gepasseerd is, heeft mij aangegrepen, en geen wonder!

DutchEnglish
aangrijpenddramatic; dramatical; harrowing; moving; movingly; pathetic; thrilling; touching
aangrijpensnatch; snatch at; attack; catch at; catch hold of; embrace; fasten on; fasten upon; grasp; leap at; seize; seize hold of; seize upon; take; take hold of; tell upon; thrill; seize on; strike at