Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word aandrang

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(aandrift; drang; impuls; opwelling; stuwing)
impetus
;
insistence
; ;
urgency
(aandringen)
insistence
; ;
urgency
op aandrang van
at the insistance of
laŭ insisto de
(erop staan)
🔗 Ik kon niet aandringen zonder argwaan te wekken.
(aandrang)
insistence
🔗 Daarom heb ik na lang aandringen de benoeming aangenomen.
(congestie)
congestion
(aandrang; aandrift; impuls; opwelling)
🔗 Arflane onderdrukte de drang haar meteen te volgen.
(douw; duw; stoot; zet)
🔗 Zonder zich aan Tom Poes te storen, trad de verpleger op heer Bommel toe en voerde hem met zachte drang naar de deur.

DutchEnglish
aandrang call of nature; congestion; crush; impetus; impulse; insistence; instance; movement; pressure; rush; urge; urgency
aandrang des harten promptings of the heart
aandrang hebben have to go
met aandrang earnestly; urgently
op aandrang van at the instance of
uit eigen aandrang of one’s own accord; of one’s own impulse
aandringen importune; importunity; insist; insistence; press; press the matter; press the point; pressing; pursue one’s point
bloedaandrang afflux of blood; affluxion of blood; congestion; rush of blood
drang drive; press; pressure; push; urge; urgency; impulse