Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word aanbouwkeuken

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(aanbouwsel; uitbouw)
🔗 De brand brak iets voor negen uur uit in een aanbouw van het pand aan de Ambachtstraat.
🔗 En de goede Martha vluchtte naar de keuken.

DutchEnglish
aanbouwkeuken fitted kitchen
aanbouw annex; building; extension; growing
keuken caboose; cook‐room; cuisine; kitchen; cooking