Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word Spaans

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
🔗 Dat zei de Spaanse premier Mariano Rajoy zondag.
(Spaanse taal)
🔗 Dan missen wij, die geen Spaans kennen, ongelofelijk veel.
Spaanse aak
(veldesdoorn)
field maple
Spaanse jeneverbes
Spanish juniper
incensa junipero
(Iberische keizerarend)
Spanish imperial eagle
;
Iberian imperial eagle
;
Adalbert’s eagle
hispana aglo
🔗 Het park heeft een unieke biodiversiteit en biedt een thuis aan de zeldzame Iberische lynx en de Spaanse keuzerarend.
(rode peper; chilipeper);
chilli pepper
;
Spaanse vlieg
(cantharide)
Spanish fly
Spaanse zilverspar
Spanish fir
French sorrel
;
buckler sorrel
;
shield‐leaf sorrel
ŝildrumekso
🔗 De veldzuring is bijvoorbeeld bitterder van smaak dan de Spaanse zuring.
(Hispanië)
🔗 Spanje is toch fantastisch?!

DutchEnglish
Spaans Spanish
Spaanse aak field maple; hedge maple
Spaanse jeneverbes Spanish juniper
Spaanse keizerarend Spanish imperial eagle; Iberian imperial eagle; Adalbert’s eagle
Spaanse peper capsicum; chilli; chilli pepper
Spaanse ruiter cheval de frise
Spaanse vlieg cantharides; Spanish fly
Spaanse zilverspar Spanish fir
Spaanse zuring French sorrel; buckler sorrel; shield‐leaf sorrel
Spaans riet rattan
Spanje Spain