Dutch–English dictionary

English translation of the Dutch word … nog

Dutch → English
  
DutchEnglish (translated indirectly)Esperanto
(nog steeds; nog altijd);
🔗 Kent u me nog?
🔗 Ik dronk nog wat wijn.
(nog; nog steeds);
🔗 Het weer was nog altijd volmaakt, zonnig en helder.
not yet
🔗 Dan is hij nog niet dood?
(nog; nog altijd)
🔗 Zijn pijp brandde nog steeds.
(tot dusver; tot dusverre; tot nu toe);
as yet
; ;
🔗 Tot nog toe was het de taak van de opzichter om de deur te gaan openen wanneer er gescheld werd.
;
nun ankoraŭ
(alweer; opnieuw; andermaal; weder; weer);
🔗 Hij keek nogmaals op zijn horloge.
(nog een keer; weer; nog eens)
once more
🔗 Daar verkrachtte hij haar nogmaals.

DutchEnglish
… nog only …
nog … for … to come; an additional …; a further …
… nog only …
nog still; yet; more; even
altijd nog still; always
blijf nog wat stay a little longer
dat is nog eens een … that’s some …; there’s a …; that’s something like a …; there’s a … for you
dat weet ik nog zo net niet I am not quite sure about that
en dat nog wel op … and that on … of all days
en nog wel … and … too
en … nog wel and that …
hij zal nog wel komen he is sure to turn up yet
hoe lang nog how much longer
hoeveel nog how many more
hoe ver nog how much further
is er nog…? is there any … left?
nog altijd yet; still
nog altijd niet still not; not yet
nog eens zoveel as much again; as many again
nog geen … not quite …; under …
nog geen … geleden less than a … ago
nog iemand somebody else; another one
nog in … as late as …
nog maar … only … left
nog niet not yet
nog steeds still
nog steeds niet still not
nog wel weten remember
tot nog toe as yet; hitherto; yet; till now; up to now; so far
van alles en nog wat the whole bag of tricks; all sorts of things; this, that and the other; one thing and another
alsnog yet; still
nogmaals once again; once more; over again