Afrikaans–English dictionary

English translation of the Afrikaans word wiel

Afrikaans → English
  
AfrikaansEnglish (translated indirectly)Esperanto
(rat)
wheel
(taumatroop)
thaumatrope

AfrikaansEnglish
wiel wheel
die vyfde wiel aan die wa the fifth wheel of a coach
in die wiele ry thwart
’n speek in die wiel steek put a spoke in the wheel
’n speek in iemand se wiel steek put a spoke in somebody’s wheel
aansitwiel starting wheel
bandwiel pulley
bidwiel prayer‐mill; prayer wheel
driewiel tricycle; trike
driewieler tricycle; sociable; tricar; trike
dryfwiel driver; driving‐wheel; pinion
hekwiel stern‐wheel
kamwiel spur‐wheel
karwiel cart‐wheel
loswiel free‐wheel
noodwiel fifth wheel; spare wheel
pretwiel joy‐wheel
reserwewiel spare wheel
rywiel bicycle; bike; cycle; machine; roadster; velocipede
skottelwiel disc‐wheel
skyfwiel disc‐wheel
sleepwiel trailer
spanwiel draught‐wheel
spinwiel spinning‐wheel
spoorwiel rail wheel
stelwiel gauge‐wheel
stertwiel tail‐wheel
steunwiel dolly wheel
stippelwiel dotted wheel
stuurwiel driving‐wheel; steering‐wheel
vierwieler four‐wheeler
vierwielig four‐wheeled
vierwielremme four‐wheel brakes
vliegwiel balance; fly; flier; fly‐wheel
voorwiel forewheel; front wheel
vrywiel free‐wheel
wawiel waggon‐wheel
wielas wheel‐axle
wielblok chock
wielflens wheel‐flange
wieling eddy; whirlpool
wielkeerder ribband
wiellanding wheel‐landing
wielmaker wheeler; wheelwright
wielmoer wheel‐nut
wielnaaf wheel‐hub; wheel‐nave
wielryer cyclist
wielskoffel rotary hoe
wielskrop carrying‐scraper
wielspeek spoke
wielspoor rut
wielsporing wheel alignment
wieltand mill‐cog
wieltapbout wheel‐stud
wielvelling wheel‐rim
wielvlug camber
wielvormig rotiform
wisselwiel spare wheel
wonderwiel thaumatrope
wrywingswiel friction‐wheel