De vervoeging van het Nederlandse werkwoord spinnen

Onregelmatige vormen zijn in rood gedrukt.
Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) spin(ik) spon
(jij) spint; spin (jij)(jij) spon
(hij) spint(hij) spon
(wij) spinnen(wij) sponnen
(gij) spint(gij) spont
(zij) spinnen(zij) sponnen
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) spinne(dat ik) sponne
(dat jij) spinne(dat jij) sponne
(dat hij) spinne(dat hij) sponne
(dat wij) spinnen(dat wij) sponnen
(dat gij) spinnet(dat gij) sponnet
(dat zij) spinnen(dat zij) sponnen
Gebiedende wijs
AlgemeenMeervoud
spinspint
Deelwoorden
TegenwoordigVerleden
spinnend(e)(hebben) gesponnen