Informatie over het woord vieren (Nederlands → Esperanto: celebri)

Synoniemen: celebreren, opdragen

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ˈviːrə(n)/
Afbrekingvie·ren

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) vier(ik) vierde
(jij) viert(jij) vierde
(hij) viert(hij) vierde
(wij) vieren(wij) vierden
(jullie) vieren(jullie) vierden
(gij) viert(gij) vierdet
(zij) vieren(zij) vierden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) viere(dat ik) vierde
(dat jij) viere(dat jij) vierde
(dat hij) viere(dat hij) vierde
(dat wij) vieren(dat wij) vierden
(dat jullie) vieren(dat jullie) vierden
(dat gij) vieret(dat gij) vierdet
(dat zij) vieren(dat zij) vierden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
vierviert
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
vierend, vierende(hebben) gevierd

Vertalingen

Albaneesfestoj
Catalaanscelebrar
Deensfejre
Duitszelebrieren; festlich begehen; feiern
Engelscelebrate
Esperantocelebri
Faeröershalda hátíðarligan
Franscélébrer
Grieks (Oudgrieks)ἄγω
Hongaarscelebrál
Italiaanscelebrare
Latijncelebrare
Papiamentsselebrá
Portugeescelebrar; comemorar; festejar
Roemeenscelebra; aniversa
Spaanscelebrar; festejar
Turksanmak; kutlamak