Informatie over het woord kabinet (Nederlands → Esperanto: ministraro)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/kabiˈnɛt/
Afbrekingka·bi·net
Geslachtonzijdig
Meervoudkabinetten

Voorbeelden van gebruik

Dat het kabinet zou vallen, was volgens D66‐leider Alexander Pechtold onontkoombaar.
Het Italiaanse kabinet heeft vrijdag de noodtoestand uitgeroepen voor gebieden die eerder deze week zijn getroffen door hevige regenval.
Een grote meerderheid van de Tweede Kamer steunt het voorstel van het kabinet om de bijdrage aan de NAVO‐missie in Libië met drie maanden te verlengen.
Premier Bojko Borisov van Bulgarije heeft woensdag het ontslag van zijn kabinet aangekondigd.

Vertalingen

Catalaansgabinet
Deenskabinet
DuitsMinisterium; Kabinett; Regierungsmannschaft
Engelscabinet
Esperantoministraro; kabineto
Finshallitus
Fransministère; cabinet
Italiaansconsiglio dei ministri; gabinetto
Maleiskabinet
Noorskabinett
Poolsrząd
Portugeesconselho de ministros; gabinete
Russischкабинет министров
Spaansministerio; consejo de ministros; gabinete
Thaisคณะรัฐมนตรี
Tsjechischkabinet; sbor ministrů; vláda
Turksbakanlar kurulu; kabine
Westerlauwers Frieskabinet
Zweedskabinett; ministerråd