Informatie over het woord mand (Nederlands → Esperanto: korbo)

Synoniemen: ben, korf, slof

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/mɑnt/
Afbrekingmand
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudmanden

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
mandjemandjes

Voorbeelden van gebruik

Hij rende naar de laan, waar juist een kar met lege manden langsrolde.
Aristoteles had me best kunnen dragen maar ik wilde hem, naast zijn twee manden, niet nog eens extra met mijn gewicht belasten.
Hij opende de mand, doch op hetzelfde moment liet hij een luide kreet horen.
Hij duwde Nilder op een der banken en deed een der manden open.

Vertalingen

Catalaanscistell; cove
Deenskurv
DuitsKorb
Engelsbasket
Esperantokorbo
Faeröerskurv
Franscorbeille; panier
Grieksκαλάθι; πανέρι
Hongaarskosár
Italiaanscesto
Jamaicaans Creoolsbaaskit
Latijncalathus; cophinus; corbis
LuxemburgsKuerf; Leif
Maleiskeranjang
Noorskurv
Papiamentsdakue
Portugeescesta; cesto
Roemeenscoș
SaterfriesKuurich
Schots-Gaelischbascaid
Spaanscapazo; cesto
Srananbaksi; baskita
Swahilikikapu
Tsjechischkoš; košík
Turkssepet
Welsbasged
Westerlauwers Friesmarse; koer
Zweedskorg