Informatie over het woord kleur (Nederlands → Esperanto: koloro)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/kløːr/
Afbrekingkleur
Geslachthistorisch vrouwelijk, tegenwoordig ook manlijk
Meervoudkleuren

Verkleinwoord
EnkelvoudMeervoud
kleurtjekleurtjes

Voorbeelden van gebruik

Hebt ge de kleur van de zon al gezien?
Het is verkrijgbaar in verschillende kleuren en voor dames en heren.
Wat belet ons om het dek dezelfde kleur te geven?

Vertalingen

Afrikaanskleur
Albaneesngjyrë
Catalaanscolor
Deensfarve; kulør
DuitsFarbe
Engelscolour
Engels (Oudengels)bleoh
Esperantokoloro
Faeröerslitur
Franscouleur; teinte
Grieksχρώμα
Hongaarsszín
IJslandslitur
Italiaanscolore
Latijncolor
LuxemburgsFaarf
Maleiswarna
Noorsfarge
Papiamentskoló
Poolskolor
Portugeescor
Roemeensculoare
SaterfriesFaawe
Schotscolour
Schots-Gaelischdath
Spaanscolor
Sranankloru
Swahilirangi
Thaisสี
Tsjechischbarva
Turksrenk
Westerlauwers Frieskleur
Zweedsfärg