Informatie over het woord zang (Nederlands → Esperanto: kantado)

Synoniemen: gefluit, gezang, zingen

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/zɑŋ/
Afbrekingzang
Geslachtmanlijk

Voorbeelden van gebruik

De mannen, die drie in getal waren, staakten hun zang niet.

Vertalingen

DuitsGesang; Singen
Engelssinging
Esperantokantado
Latijncantus; carmen
Nederduitssingen
SaterfriesSong
Schots-Gaelischseinn
Sranansingi
Westerlauwers Friesgesang; sang; sjongen
Zweedssång