Informatie over het woord onderhóúden (Nederlands → Esperanto: bonteni)

Woordsoortwerkwoord
Uitspraak/ɔndərˈɦɑu̯də(n)/
Afbrekingon·der·hou·den

Vervoeging

Aantonende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(ik) onderhou, onderhoud(ik) onderhield
(jij) onderhoudt(jij) onderhield
(hij) onderhoudt(hij) onderhield
(wij) onderhouden(wij) onderhielden
(jullie) onderhouden(jullie) onderhielden
(gij) onderhoudt(gij) onderhieldt
(zij) onderhouden(zij) onderhielden
Aanvoegende wijs
Tegenwoordige tijdVerleden tijd
(dat ik) onderhoude(dat ik) onderhielde
(dat jij) onderhoude(dat jij) onderhielde
(dat hij) onderhoude(dat hij) onderhielde
(dat wij) onderhouden(dat wij) onderhielden
(dat jullie) onderhouden(dat jullie) onderhielden
(dat gij) onderhoudet(dat gij) onderhieldet
(dat zij) onderhouden(dat zij) onderhielden
Gebiedende wijs
Enkelvoud/MeervoudMeervoud
onderhoudonderhoudt
Deelwoorden
Tegenwoordig deelwoordVerleden deelwoord
onderhoudend, onderhoudende(hebben) onderhouden

Voorbeelden van gebruik

Kleine geschenken onderhouden de vriendschap!
En sindsdien ben ik hier een gevangene, gedwongen om zijn machine voor hem te onderhouden.