Informatie over het woord gipskruid (Nederlands → Esperanto: gipsofilo)

Woordsoortzelfstandig naamwoord
Uitspraak/ˈɣɪpskrœy̯t/
Afbrekinggips·kruid
Geslachtonzijdig

Vertalingen

Deensbrudeslør
DuitsGipskraut
Engelsgypsophila
Esperantogipsofilo
Fransgypsophile
Hongaarsfátyolvirág
Poolsłyszczec
Russischкачим
Spaansgisófila
Tsjechischšater
Welsgipsoffila
Zweedsbrudslöja