Informatie over het woord dolzinnig (Nederlands → Esperanto: freneza)

Synoniemen: bezeten, dol, gek, krankzinnig, stapel, uitzinnig, waanzinnig, zot, krankjorum

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/dɔlˈzɪnəx/
Afbrekingdol·zin·nig

Verbuiging

Predicatief
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvouddolzinnige
Onzijdig enkelvouddolzinnig
Meervouddolzinnige
Bepaalddolzinnige
Partitiefdolzinnigs

Voorbeelden van gebruik

Als Bommel hoort dat hij de eigenaar van die heuvel is, zal hij op een dolzinnige manier wraak nemen.

Vertalingen

Afrikaanskranksinnig
Catalaansboig boja; foll
Deenssindssyg
Duitsirre; toll; verrückt; wahnsinnig; irrsinnig; von Sinnen
Engelsmad
Esperantofreneza
Faeröersfrá sær sjálvum; vitleysur
Finshullu
Fransaberrant; agité; fou; cinglé
Italiaansmatto
Latijnamens; astrosus; ceritus; cerebrosus; demens; cerritus
Maleisgila
Papiamentsloko
Portugeesinsano; louco
Russischбезумный
Saterfriesdul; in sin Woan; maal; rappelich; roasend; truchtroald
Spaansalienado; frenético; loco
Srananlaw
Tagalogloko
Thaisบ้า
Tsjechischbláznivý; šílený
Turksçılgın
Westerlauwers Friesdûm; dwylsinnich; sljochtsinnich
Zweedsdåraktig; förryckt; galen; stollig; tok; tokig; vansinnig; vriden