Informatie over het woord getrouwd (Nederlands → Esperanto: edziĝinta)

Synoniem: gehuwd

Woordsoortbijvoeglijk naamwoord
Uitspraak/ɣəˈtrɑu̯t/
Afbrekingge·trouwd

Verbuiging

Predicatief
AttributiefOnbepaaldManlijk en vrouwelijk enkelvoudgetrouwde
Onzijdig enkelvoudgetrouwd
Meervoudgetrouwde
Bepaaldgetrouwde
Partitiefgetrouwds

Voorbeelden van gebruik

Die man is helemaal niet getrouwd!
Bent u getrouwd?
Hij was eenmaal kort getrouwd geweest, maar dat was geen succes geworden.
U bent niet getrouwd en woont bij uw moeder.

Vertalingen

Afrikaansgetroud
Catalaanscasat
Deensgift
Duitsverheiratet
Engelsmarried
Esperantoedziĝinta
Fransmarié
IJslandsgiftur
Italiaanssposato
Noorsgift
Portugeescasado
Saterfriesferhilked
Spaanscasado
Thaisแต่งงานแล้ว
Tsjechischvdaná; ženatý
Zweedsgift